De inflatie is van iets meer dan 1% in 1999 opgelopen tot ongeveer 2,5% in 2001, hetgeen vooral toe te schrijven was aan een reeks eenmalige schokken, zoals de stijging van de voedingsprijzen ten gevolge van het slechte weer.
L'augmentation de l'inflation, qui est passée d'un peu plus de 1 % en 1999 à 2½ % environ en 2001, résulte en fait principalement d'une succession de chocs ponctuels, tels que le renchérissement des denrées alimentaires dû au mauvais temps.