Artikel 52 verduidelijkt dat, als het ontwerpbesluit aan de minister of diens afgevaardigde de bevoegdheid geeft om bepaalde elementen nodig voor de toepassing van het waarborgprogramma vast te leggen (bijvoorbeeld het onredelijk karakter van bepaalde door de markt voorgestelde premies of het bedrag van het PML), hun beslissingen hieromtrent bindend zijn voor de exploitant, behoudens bij kennelijke vergissing.
L'article 52 précise que, lorsque le projet d'arrêté donne au ministre ou à son délégué le pouvoir de déterminer certains éléments nécessaires à l'application du programme de garantie (par exemple le caractère déraisonnable de certaines primes proposées par le marché, ou le montant de la PML), leurs décisions à cet égard sont obligatoires pour l'exploitant sauf erreur manifeste.