3. De staat van de overtreding en de staat van verblijf oefenen hun verantwoordelijkheid uit hoofde van de overeenkomst derwijze uit dat gegarandeerd wordt dat de totale periode van ontzegging van de rijbevoegdheid, rekening houdend met de periode van ontzegging van de rijbevoegdheid die voor de betrokken overtreding in voorkomend geval reeds is verstreken in de staat van verblijf, niet langer is dan de oorspronkelijk in de staat van de overtreding vastgestelde periode van ontzegging van de rijbevoegdheid.
3. L'État de l'infraction et l'État de résidence exercent leurs responsabilités dans le cadre de la convention d'une manière telle à assurer que la durée totale de la déchéance, compte tenu de toute période de déchéance accomplie au titre de l'infraction concernée dans l'État de résidence, ne dépasse pas la durée de la déchéance décidée initialement par l'État de l'infraction.