In zijn eerste advies stelt het Comité vast wat de uitdagingen zijn voor de Europese Unie (zoals uitbreiding, mondialisering, vergroting van de centrum-periferiedynamiek en macro-economische stabiliteit) en welke conclusies daaruit getrokken moeten worden: de steun uit hoofde van doelstelling 1 moet na 2006 worden gehandhaafd; de uitbreiding he
eft een statistisch effect op het gemiddelde BBP per inwoner dat voor sommige regio's negatief uitpakt, waaraan iets moet worden gedaan; het op 0,45% van het BBP vastgestelde maximum voor de Structuurfondsen moet naar boven worden bijgesteld; er moet een inkomstenbron worden gecreëerd om het reg
...[+++]ionale inkomen te stabiliseren in het geval van onverwachte economische tegenslag; het programma van communautaire initiatieven moet worden geconsolideerd; er moet een open coördinatiemethode worden gevolgd om de problemen inzake economische en sociale cohesie van de doelstelling 2-regio's op te lossen; er moet voorrang worden gegeven aan investeringen in de achterstandsregio's.Dans son premier avis, le Comité identifie les défis que l'UE devra relever (élargissement, globalisation, accentuation de la dynamique centre/périphérie, stabilité macro-économique, etc.) et les conséquences à en tirer. Maintenir, au-delà de 2006, les aides au titre de l'objectif 1; surmonter les implications statistiques négatives de l'élargissement sur le PIB moyen par habitant; revoir à la hausse le plafond fixé à 0,45 % du PIB pour les Fonds structurels; créer une ressource afin de stabiliser le revenu régional en cas de choc éc
onomique inattendu; consolider le programme d'initiatives communautaires; adopter une méthode ouverte
...[+++] de coordination afin de traiter les problèmes de cohésion économique et sociale propres aux régions de l'objectif 2; accorder la priorité aux investissements dans les régions défavorisées.