« De notaris voor wie het huwelijkscontract is verleden, doet de bij artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 13 januari 1977 houdende
goedkeuring van de Overeenkomst inzake de vaststelling van een stelsel van registratie van testamenten, opgemaakt te Bazel op 16 mei 1972 en tot invoering van een centraal huwelijksovereenkomstenregis
ter, voorgeschreven inschrijving op straffe van geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro, van ontzetting uit zijn ambt en van aansprakelijkheid jegens de schuldeisers, wanneer beweze
...[+++]n is dat het verzuim het gevolg is van heimelijke verstandhouding.
« Le notaire qui a reçu le contrat de mariage procède à l'inscription prescrite par l'article 4, § 2, 1°, de la loi du 13 janvier 1977 portant approbation de la Convention relative à l'établissement d'un système d'inscription des testaments, faite à Bâle le 16 mai 1972, et portant introduction d'un registre central des contrats de mariage, sous peine d'une amende de vingt-six euros à cent euros, sous peine de destitution et sous peine d'engager sa responsabilité envers les créanciers s'il est prouvé que l'omission résulte d'une collusion.