Traduction de «Pastinaak » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

pastinaak
panais

knolgewas [ biet | knolselderij | pastinaak | raap | radijs | schorseneer | wortelen ]
légume à racine [ betterave | carotte | céleri rave | navet | panais | radis | salsifis ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De Vlaamse Regering kan deze lijst aanvullen; 10° groenten van groep III: wortelen, rapen, koolraap, rode biet, pastinaak, rammenas met uitzondering van bladrammenas, radijs, mierikswortel, schorseneren, wortelpeterselie, asperges, erwten, bonen, dille, kervel, tijm, of andere kruiden met uitzondering van peterselie, bieslook en basilicum.
Le Gouvernement flamand peut compléter la liste précitée ; 10° légumes du groupe III : carottes, navets, rutabaga, betterave rouge, panais, radis noir à l'exception de radis oléifère, radis, raifort, scorsonères, persil à grosse racine, asperges, pois, haricots, aneth, cerfeuil, thym ou autres herbes aromatiques à l'exception du persil, de la ciboulette et du basilic.

groentevariëteiten uit het geografische gebied, ingevroren en/of vers, zoals spinazie, snijbieten, wortelen, uien (al dan niet gebakken), erwten, bonen, aardappelen, selderij, pastinaak, prei, daslook;
variétés de légumes provenant de l’aire géographique, congelés et/ou frais, comme épinards, bettes, carottes, oignons (également oignons frits), pois, haricots, pommes de terre, céleri, panais, légumes alliacés, ail des ours,

typische groentevariëteiten uit het geografische gebied, ingevroren en/of vers, zoals spinazie, snijbieten, wortelen, uien (al dan niet gebakken), erwten, bonen, aardappelen, selderij, pastinaak, prei, daslook, mais.
variétés de légumes typiques de l’aire géographique, congelés et/ou frais, comme épinards, bettes, carottes, oignons (également oignons frits), pois, haricots, pommes de terre, poireaux, céleri, panais, légumes alliacés, ail des ours, maïs.

groentevariëteiten uit het geografische gebied, ingevroren en/of vers en/of gedroogd, zoals spinazie, snijbieten, wortelen, uien (al dan niet gebakken), erwten, bonen, aardappelen, selderij, pastinaak, prei, daslook, mais.
variétés de légumes provenant de l’aire géographique, congelés et/ou frais et/ou séchés, comme épinards, bettes, carottes, oignons (également oignons frits), pois, haricots, pommes de terre, céleri, panais, légumes alliacés, ail des ours, maïs.

78° groenten van groep III : wortelen, rapen, koolraap, rode biet, pastinaak, rammenas, radijs, mierikswortel, schorseneren, wortelpeterselie, asperges, erwten, bonen, dille, kervel, tijm, of andere kruiden met uitzondering van peterselie, bieslook en basilicum;
78° légumes du groupe III : carottes, navets, rutabaga, betterave rouge, panais, radis noir, radis, raifort, scorsonères, persil à grosse racine, asperges, pois, haricots, aneth, cerfeuil, thym ou autres herbes aromatiques à l'exception du persil, de la ciboulette et du basilic;