Omdat het merendeel van de lidstaten geen belangrijke uitgaven heeft gedeclareerd voor projecten waartoe op 1 januari 2000 reeds was besloten, en pas in 2001 zijn begonnen met het onderzoek van de bijstandsaanvragen, valt nu dus te verwachten dat, afgezien van de betaling van het aanvankelijke voorschot ten bedrage van 7 %, de financiële uitvoering in het veld van elk programma in het begin van de periode slechts in een laag tempo zal verlopen, tegen 2003 op kruissnelheid zal komen en in 2008 zal worden voltooid.
Puisque la plupart des Etats Membres n'ont pas déclaré des dépenses importantes pour des projets déjà décidés au 1 janvier 2000, et n'ont commencé à instruire les demandes de concours qu'en 2001, il est désormais prévisible que, outre le paiement de l'avance initiale de 7 %, le rythme d'exécution financière sur le terrain de chaque programme reste modeste au début de la période, atteigne un niveau de croisière vers 2003, et s'achève en 2008.