(10) Artikel 1255, § 6, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt evenwel : « Behoudens uitzonderlijke omstandigheden is de persoonlijke verschijning van de partijen vereist in geval van een gezamenlijke vordering gebaseerd op artikel 229, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, in de andere gevallen is de persoonlijke verschijning van de verzoekende partij vereist». , maar het principe van de persoonlijke verschijning slaat alleen op de eerste verschijning (D. Pire, op. cit., blz. 307, nr. 51).
(10) L'article 1255, § 6, alinéa 1er, du Code judiciaire prévoit toutefois que, « sauf circonstances exceptionnelles, la comparution personnelle des parties est requise en cas de demande conjointe fondée sur l'article 229, § 2, du Code civil et la comparution personnelle de la partie demanderesse dans les autres cas », mais le principe de la comparution personnelle ne concerne que la première comparution (D. Pire, op. cit., p. 307, no 51).