De proef moet worden uitgevoerd in een droge, rustige atmosfeer bij een omgevingstemperatuur van 23 °C ± 5 °C, waarbij het complete koplicht moet zijn bevestigd aan een steun die de werkelijke bevestiging aan het voertuig voorstelt.
Les essais doivent être faits en atmosphère sèche et calme, à une température ambiante de 23 °C ± 5 °C, le projecteur complet étant fixé sur un support qui représente l'installation correcte sur le véhicule.