Vertaling van "RAN " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

radio access network | radiotoegangsnetwerk | RAN [Abbr.]
réseau d'accès radio | réseau d'accès radioélectrique | RAN [Abbr.]

EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering | netwerk voor voorlichting over radicalisering | RAN [Abbr.]
réseau européen de sensibilisation à la radicalisation | RSR [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

(49)Zie: RAN Issue Paper van november 2016, „Child returnees from conflict zones”, over de specifieke uitdagingen van het werken met kinderen die gevaar lopen: [http ...]
(49)Voir le document d’analyse du RSR intitulé «Retour des enfants dans leur pays d’origine après un séjour dans des zones de conflit» qui expose les difficultés particulières que comporte le travail avec les enfants à risque: [http ...]

De heer RANS MARC, Inspecteur bij de Geïntegreerde Politie met ingang van 08/04/2001
M. RANS MARC, Inspecteur à la Police Intégrée, à la date du 08/04/2001

Bij de beslissing van 10/02/2016 van de leidende ambtenaren van het B.I.M., werd RAN LOGISTIC OOD gelegen Ambaritsa Str.
Par décision des fonctionnaires dirigeants de l'I.B.G.E. du 10/02/2016, RAN LOGISTIC OOD sise Ambaritsa Str.

Radicalisering voorkomen en bestrijden: Op de conferentie op hoog niveau van het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering (RAN) werd het initiatief genomen voor een nieuw platform “RAN Young”, dat jongeren (een belangrijke doelgroep van ronselaars voor terrorisme) moet aanmoedigen zich in te zetten om radicalisering van leeftijdsgenoten te voorkomen.
Prévenir et combattre la radicalisation: lors de la conférence à haut niveau du réseau européen de sensibilisation à la radicalisation (RSR), une nouvelle plateforme «RSR Jeunes» a été inaugurée afin d'encourager les jeunes à contribuer au travail de prévention mené auprès de jeunes présentant un risque de radicalisation, qui constituent un groupe cible clé pour les recruteurs de terroristes.

vraagt de totstandbrenging van gedifferentieerde synergieën tussen de ET 2020-werkgroepen en netwerken als de werkgroep onderwijs van het netwerk voor voorlichting over radicalisering (Radicalisation Awareness Network, RAN).
préconise la création de synergies différentiées entre les groupes de travail d'ET 2020 et les réseaux tels que le groupe de travail sur l'éducation du Réseau de sensibilisation à la radicalisation (RAN).

Het spitst zich toe op het bepalen van de voorwaarden voor een toekomstig platform RAN (Radicalisation Awareness Network) in de Balkan, alsook op de ontwikkelingen van het CTI-netwerk (Counter-Terrorism Initiative) dat in 2011 werd opgericht, met het oog op een operationele informatie-uitwisseling via het SIENA-kanaal (Secure Information Exchange Network) van Europol.
Il se concentre sur l'établissement des conditions d'une future plateforme RAN (Radicalisation Awareness Network) dans le Balkan et les développements du réseau CTI (Counter-Terrorism Initiative) établi en 2011, ayant pour but l'échange d'informations opérationnelles par l'introduction du canal SIENA (Secure Information Exchange Network) d'Europol.

MUZIKANTEN MILITAIREN Adjudant-chef lessenaaraanvoerder Simons J. Adjudanten muzikanten Moermans T., Nozy N., Sosson E., Vandeplassche C., Vanholderbeke Y., Vanhoutte F., Van Laethem J., Verbeure F. De Gouden Medaille in de Orde van Leopold II wordt verleend aan de volgende militair op datum van 8 april 2005: LANDMACHT Reserve eerste sergeant-majoor Dispas T. De Gouden Medaille in de Orde van Leopold II wordt verleend aan de volgende militairen op datum van 15 november 2015: LANDMACHT Adjudanten Adam S., Baudoin J-L., Bekaert L., Bruno V. , Camus C., Cantryn I. , Degroot T., Delbar F., Delfosse D., De Meyer S., Deplancke S., Deroubaix J-P., Devillé P., De Wit C., Dhooms S., Ecrepont N., Fabris D., France S., Garsou C., Gaudry S., Gillot D., Goffaux C., Grigorieff Y., Heins R., Hendrick S., Hofman K., Joris N., Laloux B., Lambert G., Laureyn H., Lecut L., Lenoir J., Leyssens N., Libotte D., Liesens B., Morue E., Nys W., Paessens M., Pollaris K., Rans J., Rems J-P., Sacré J-F., Sarazijn S., Soeur C., Thierens K., Thijs L., Tieberghien Y., Van Asbroeck G., Van Den Broeck M., Vanderheiden D., Van Der Linden D., Van Goitsenhoven T., Van Hellemont P., Van Impe R., Van Rillaer D., Van Thielen B., Westra B., Wine S., Wouters I. , Zappitelli N. Eerste sergeant-majoors Bogaert T., Clysters B., Ista P., Renaud D., Serre C., Van Der Beken V. , Wyngaert B. Reserve eerste sergeant-majoor Parent L-P.
MUSICIENS MILITAIRES Adjudant-chef chef de pupitre Simons J. Adjudants musiciens Moermans T., Nozy N., Sosson E., Vandeplassche C., Vanholderbeke Y., Vanhoutte F., Van Laethem J., Verbeure F. La Médaille d'Or de l'Ordre de Léopold II est décernée au militaire suivant à la date du 8 avril 2005 : FORCE TERRESTRE Premier sergent-major de réserve Dispas T. La Médaille d'Or de l'Ordre de Léopold II est décernée aux militaires suivants à la date du 15 novembre 2015 : FORCE TERRESTRE Adjudants Adam S., Baudoin J-L., Bekaert L., Bruno V. , Camus C., Cantryn I. , Degroot T., Delbar F., Delfosse D., De Meyer S., Deplancke S., Deroubaix J-P., Devillé P., De Wit C., Dhooms S., Ecrepont N., Fabris D., France S., Garsou C., Gaudry S., Gillot D., Goffaux C., Grigorieff Y., Heins R., Hendrick S., Hofman K., Joris N., Laloux B., Lambert G., Laureyn H., Lecut L., Lenoir J., Leyssens N., Libotte D., Liesens B., Morue E., Nys W., Paessens M., Pollaris K., Rans J., Rems J-P., Sacré J-F., Sarazijn S., Soeur C., Thierens K., Thijs L., Tieberghien Y., Van Asbroeck G., Van Den Broeck M., Vanderheiden D., Van Der Linden D., Van Goitsenhoven T., Van Hellemont P., Van Impe R., Van Rillaer D., Van Thielen B., Westra B., Wine S., Wouters I. , Zappitelli N. Premiers sergents-majors Bogaert T., Clysters B., Ista P., Renaud D., Serre C., Van Der Beken V. , Wyngaert B. Premier sergent-major de réserve Parent L-P.

38. is het erover eens dat het voorkomen van radicalisering een prioriteit moet zijn voor de EU; betreurt dat de agenda geen concretere maatregelen bevat om radicalisering in Europa aan te pakken, en dringt er bij de Commissie op aan onmiddellijk en alomvattend op te treden om de maatregelen te versterken die tot doel hebben radicalisering, gewelddadig extremisme en de verspreiding van extremistische ideologieën te voorkomen en integratie en inclusiviteit te bevorderen; dringt er bij de Commissie op aan het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering (RAN) te versterken, dat bestaat uit alle relevante actoren die betrokken zijn bij initiatieven om radicalisering op lokaal niveau te bestrijden, en duidelijkheid te scheppen omtrent het mandaat, de taken en het toepassingsgebied van het nieuw voorgestelde RAN-kenniscentrum; beveelt aan dat die structuur ook lokale en nationale besluitvormers bevat, teneinde de praktische uitvoering van de aanbevelingen van deskundigen en belanghebbenden te waarborgen; dringt aan op krachtigere maatregelen om het hoofd te bieden aan radicalisering via het internet alsook aan het op grote schaal gebruik maken van websites of sociale media om radicale ideologieën in Europa te verspreiden; verwelkomt de oprichting van een eenheid voor melding van internetuitingen bij Europol, om de lidstaten te ondersteunen bij het opsporen en verwijderen van gewelddadige extremistische online inhoud, in samenwerking met de sector, en roept de Commissie op de nodige bijkomende middelen te leveren voor het functioneren van die eenheid; betreurt het ontbreken van concrete maatregelen ter versterking van de rol van het internet als bewustmakingsmiddel tegen radicalisering, en met name voor de verspreiding online van proactieve tegenverhalen voor terroristische propaganda;
38. reconnaît que la prévention de la radicalisation doit constituer une priorité pour l'Union européenne; regrette l'absence, dans le programme, de mesures plus concrètes de lutte contre la radicalisation en Europe et demande à la Commission de prendre d'urgence des mesures globales pour renforcer les mesures visant à prévenir la radicalisation et l'extrémisme violent, à empêcher la diffusion d'idéologies extrémistes et à encourager l'intégration et la cohésion; demande à la Commission de renforcer le réseau de sensibilisation à la radicalisation (RSR), lequel réunit tous les acteurs concernés associés à des initiatives visant à lutter contre la radicalisation au niveau local, et de préciser le mandat, les missions et le champ d'application de la nouvelle proposition de centre d'excellence du RSR; recommande que sa structure comprenne également des décideurs locaux et nationaux, de manière à garantir la mise en œuvre pratique des recommandations élaborées par les experts et les parties prenantes; demande que soient prises des mesures plus énergiques de lutte contre la radicalisation sur l'internet et l'utilisation de sites internet ou de réseaux sociaux à des fins de propagation d'idéologies radicales en Europe; se félicite de la création d'une unité, au sein d'Europol, de signalement des contenus sur Internet pour aider les États membres dans le cadre de l'identification et de la suppression des contenus violents et extrémistes en ligne avec la coopération de l'industrie, et demande à la Commission de mettre à sa disposition les ressources supplémentaires nécessaires à son fonctionnement; déplore l'absence de mesures concrètes visant à renforcer le rôle de l'internet en tant qu'instrument de sensibilisation contre la radicalisation, et en particulier à diffuser, par anticipation, un contre-discours en ligne afin de lutter contre la propagande terroriste;

36. is het erover eens dat het voorkomen van radicalisering een prioriteit moet zijn voor de EU; betreurt dat de agenda geen concretere maatregelen bevat om radicalisering in Europa aan te pakken, en dringt er bij de Commissie op aan onmiddellijk en alomvattend op te treden om de maatregelen te versterken die tot doel hebben radicalisering, gewelddadig extremisme en de verspreiding van extremistische ideologieën te voorkomen en integratie en inclusiviteit te bevorderen; dringt er bij de Commissie op aan het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering (RAN) te versterken, dat bestaat uit alle relevante actoren die betrokken zijn bij initiatieven om radicalisering op lokaal niveau te bestrijden, en duidelijkheid te scheppen omtrent het mandaat, de taken en het toepassingsgebied van het nieuw voorgestelde RAN-kenniscentrum; beveelt aan dat die structuur ook lokale en nationale besluitvormers bevat, teneinde de praktische uitvoering van de aanbevelingen van deskundigen en belanghebbenden te waarborgen; dringt aan op krachtigere maatregelen om het hoofd te bieden aan radicalisering via het internet alsook aan het op grote schaal gebruik maken van websites of sociale media om radicale ideologieën in Europa te verspreiden; verwelkomt de oprichting van een eenheid voor melding van internetuitingen bij Europol, om de lidstaten te ondersteunen bij het opsporen en verwijderen van gewelddadige extremistische online inhoud, in samenwerking met de sector, en roept de Commissie op de nodige bijkomende middelen te leveren voor het functioneren van die eenheid; betreurt het ontbreken van concrete maatregelen ter versterking van de rol van het internet als bewustmakingsmiddel tegen radicalisering, en met name voor de verspreiding online van proactieve tegenverhalen voor terroristische propaganda;
36. reconnaît que la prévention de la radicalisation doit constituer une priorité pour l'Union européenne; regrette l'absence, dans le programme, de mesures plus concrètes de lutte contre la radicalisation en Europe et demande à la Commission de prendre d'urgence des mesures globales pour renforcer les mesures visant à prévenir la radicalisation et l'extrémisme violent, à empêcher la diffusion d'idéologies extrémistes et à encourager l'intégration et la cohésion; demande à la Commission de renforcer le réseau de sensibilisation à la radicalisation (RSR), lequel réunit tous les acteurs concernés associés à des initiatives visant à lutter contre la radicalisation au niveau local, et de préciser le mandat, les missions et le champ d'application de la nouvelle proposition de centre d'excellence du RSR; recommande que sa structure comprenne également des décideurs locaux et nationaux, de manière à garantir la mise en œuvre pratique des recommandations élaborées par les experts et les parties prenantes; demande que soient prises des mesures plus énergiques de lutte contre la radicalisation sur l'internet et l'utilisation de sites internet ou de réseaux sociaux à des fins de propagation d'idéologies radicales en Europe; se félicite de la création d'une unité, au sein d'Europol, de signalement des contenus sur Internet pour aider les États membres dans le cadre de l'identification et de la suppression des contenus violents et extrémistes en ligne avec la coopération de l'industrie, et demande à la Commission de mettre à sa disposition les ressources supplémentaires nécessaires à son fonctionnement; déplore l'absence de mesures concrètes visant à renforcer le rôle de l'internet en tant qu'instrument de sensibilisation contre la radicalisation, et en particulier à diffuser, par anticipation, un contre-discours en ligne afin de lutter contre la propagande terroriste;