« Daden van een onderzoeksrechter vormen op zichzelf slechts een grond van wettige verdenking, wanneer ze kennelijk de onpartijdigheid of onafhankelijkheid in het gedrang brengen, onder meer bij het raad geven of schrijven over een geschil, wanneer hij door een partij op haar kosten ontvangen wordt of van haar geschenken aangenomen heeft, of in de gevallen bepaald in artikel 828, 11º».
« Les actes d'un juge d'instruction ne constituent en soi une cause de suspicion légitime que lorsqu'ils compromettent manifestement son impartialité ou son indépendance, notamment lorsqu'il a donné conseil ou écrit sur un différend, qu'il a été reçu par une des parties à ses frais ou a agréé d'elle des présents, ou dans les cas prévus à l'article 828, 11º».