Traduction de «Raaigras » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

raaigras
ray-grass

gekruist raaigras
raye-grass bâtard

Engels raaigras
ivraie vivace | petit raygrass | ray-grass anglais

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

s) „non-food cellulosemateriaal”: grondstoffen hoofdzakelijk bestaande uit cellulose en hemicellulose, en met een lager ligninegehalte dan lignocellulosisch materiaal; het omvat residuen van voedsel- en voedergewassen (zoals stro, stelen en bladeren, vliezen en doppen), grasachtige energiegewassen met een laag zetmeelgehalte (zoals raaigras, switchgrass, miscanthus, pijlriet en bodembedekkende gewassen die worden verbouwd voor en na de hoofdgewassen), industriële residuen (ook uit voedsel- en voedergewassen nadat plantaardige oliën, suikers, zetmeel en eiwitten zijn geëxtraheerd) en materiaal uit bioafval.
s) “matières cellulosiques non alimentaires”: des matières premières essentiellement composées de cellulose et d'hémicellulose et ayant une teneur en lignine inférieure à celle des matières ligno-cellulosiques; elles incluent des matières contenant des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale (tels que la paille, les tiges et les feuilles, les enveloppes et les coques), des cultures énergétiques herbeuses à faible teneur en amidon (telles qu'ivraie, panic érigé, miscanthus, canne de Provence et cultures de couverture antérieures et postérieures aux cultures principales), des résidus industriels (y compris des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale après l'extraction des huiles végétales, sucres, amidons et protéines) et des matières provenant de biodéchets.

(s) "non-food cellulosemateriaal": grondstoffen hoofdzakelijk bestaande uit cellulose en hemicellulose, en met een lager ligninegehalte dan lignocellulosisch materiaal; het omvat residuen van voedsel- en voedergewassen (zoals stro, stelen en bladeren, vliezen en doppen), grasachtige energiegewassen met een laag zetmeelgehalte (zoals raaigras, switchgrass, miscanthus, pijlriet en bodembedekkende gewassen die worden verbouwd voor en na de hoofdgewassen ), industriële residuen (ook uit voedsel- en voedergewassen nadat plantaardige oliën, suikers, zetmeel en eiwitten zijn geëxtraheerd) en materiaal uit bioafval;
(s) "matières cellulosiques non alimentaires": des matières premières essentiellement composées de cellulose et d'hémicellulose et ayant une teneur en lignine inférieure à celle des matières ligno-cellulosiques; elles incluent des matières contenant des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale (tels que la paille, les tiges et les feuilles, les enveloppes et les coques), des cultures énergétiques herbeuses à faible teneur en amidon (telles qu'ivraie, panic érigé, miscanthus, canne de Provence, cultures de couverture antérieures et postérieures aux cultures principales, etc. ), des résidus industriels (y compris des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale après l'extraction des huiles végétales, sucres, amidons et protéines) et des matières provenant de biodéchets;

(s) "non-food cellulosemateriaal": grondstoffen hoofdzakelijk bestaande uit cellulose en hemicellulose, en met een lager ligninegehalte dan lignocellulosisch materiaal; Het bevat residuen van voedsel- en voedergewassen (zoals stro, stelen en bladeren, vliezen en doppen), grasachtige energiegewassen met een laag zetmeelgehalte (zoals alfalfa en andere stikstofbindende gewassen, bodembedekkende gewassen die worden verbouwd voor en na jaarlijkse granen en oliegewassen, cactus en andere CAM-gewassen, raaigras, switchgrass, miscanthus, pijlriet, enz.), industriële residuen (ook uit voedsel- en voedergewassen nadat plantaardige oliën, suikers, zetmeel en eiwitten zijn geëxtraheerd) en materiaal uit bioafval;
(s) "matières cellulosiques non alimentaires": des matières premières essentiellement composées de cellulose et d'hémicellulose et ayant une teneur en lignine inférieure à celle des matières ligno-cellulosiques; elles incluent des matières contenant des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale (tels que la paille, les tiges et les feuilles, les enveloppes et les coques), des cultures énergétiques herbeuses à faible teneur en amidon (telles que luzerne et autres cultures fixant l'azote, cultures de couverture antérieures et postérieures aux cultures annuelles de céréales et d'oléagineux, cactus et autres plantes CAM, ivraie, panic érigé, miscanthus, canne de Provence, etc.), des résidus industriels (y compris des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale après l'extraction des huiles végétales, sucres, amidons et protéines) et des matières provenant de biodéchets;

iii. het Engelse raaigras, het doddegras en de beemdlangbloem vertegenwoordigen elk maximum 30 % van het mengsel;
iii. le ray-grass anglais, la fléole, le dactyle et la fétuque des prés représentent chacun au maximum 30 pour cent du mélange;

s)„non-food cellulosemateriaal”: grondstoffen hoofdzakelijk bestaande uit cellulose en hemicellulose, en met een lager ligninegehalte dan lignocellulosisch materiaal; het omvat residuen van voedsel- en voedergewassen (zoals stro, stelen en bladeren, vliezen en doppen), grasachtige energiegewassen met een laag zetmeelgehalte (zoals raaigras, switchgrass, miscanthus, pijlriet en bodembedekkende gewassen die worden verbouwd voor en na de hoofdgewassen), industriële residuen (ook uit voedsel- en voedergewassen nadat plantaardige oliën, suikers, zetmeel en eiwitten zijn geëxtraheerd) en materiaal uit bioafval.
s)«matières cellulosiques non alimentaires»: des matières premières essentiellement composées de cellulose et d'hémicellulose et ayant une teneur en lignine inférieure à celle des matières ligno-cellulosiques; elles incluent des matières contenant des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale (tels que la paille, les tiges et les feuilles, les enveloppes et les coques), des cultures énergétiques herbeuses à faible teneur en amidon (telles qu'ivraie, panic érigé, miscanthus, canne de Provence et cultures de couverture antérieures et postérieures aux cultures principales), des résidus industriels (y compris des résidus de plantes destinées à l'alimentation humaine et animale après l'extraction des huiles végétales, sucres, amidons et protéines) et des matières provenant de biodéchets.

Bijlage 49 : Waargenomen kenmerken op de gekruist raaigras (Lolium hybridum Hausskn.), Italiaans en Westerwolds raaigras (Lolium multiflorum Lam) en Engels raaigrasrassen (Lolium perenne L).
49 : caractères observés sur les variétés de ray-grass hybride (Lolium hybridum Hausskn.), ray-grass d'Italie (Lolium multiflorum lam) et ray-grass anglais (Lolium perenne L).

Bijlage 49 : waargenomen kenmerken op de gekruist raaigras (Lolium hybridum Hausskn.), Italiaans en Westerwolds raaigras (Lolium multiflorum Lam) en Engels raaigrasrassen (Lolium perenne L).
49 : caractères observés sur les variétés de ray-grass hybride (Lolium hybridum Hausskn.), ray-grass d'Italie (Lolium multiflorum lam) et ray-grass anglais (Lolium perenne L).

De teelten van Italiaans raaigras en gekruist raaigras mogen ten hoogste 2 productiecycli na de inzaai behouden blijven.
Les cultures de Ray-grass d'Italie et de Ray-grass hybride peuvent rester au champ durant maximum 2 cycles de production après le semis.

hybride die het gevolg is van de kruising van beemdlangbloem met Italiaans raaigras (inclusief Westerwolds raaigras).
hybride résultant du croisement de la Fétuque des prés avec le Ray-grass d'Italie (y compris le Ray-grass Westerwold).

­ bieten : rand van 5 m ingezaaid met raaigras en 25 m afstand met elke niet-transgene biet.
­ betteraves : bordure de 5 m ensemençée de ray-grass et distantes de 25 m par rapport à toute autre betterave non transgénique.