Het lokaal moet uitgerust zijn met een reanimatiekar die materiaal bevat voor toezicht op en behandeling van een patiënt in kritieke toestand (monitoring, defibrillator, EKG, respirator, materiaal voor aspiratie, materiaal voor intraveneuze perfusie en intubatie, een draagbare zuurstofbron).
Le local doit être équipé d'un chariot de réanimation comportant le matériel pour la surveillance et le traitement d'un patient en état critique (monitoring, défibrillateur, ECG, respirateur, dispositif d'aspiration, matériel de perfusion intraveineuse et d'intubation, oxygène portable).