In het bijzonder maken zij, indien nodig, gebruik van de bevoegdheden waarover zij uit hoofde van artikel 5 van de toegangsrichtlijn beschikken om te zorgen voor de benodigde toegang en interconnectie teneinde de eind-tot-eindverbinding en de interoperabiliteit van roamingdiensten te verzekeren, bijvoorbeeld wanneer klanten geen gereguleerde roaming-sms-berichten kunnen uitwisselen met klanten van een terrestrisch publiek mobielcommunicatienetwerk in een andere lidstaat als gevolg van het ontbreken van een overeenkomst over de afgifte van dergelijke berichten.
En particulier, elles font usage, si nécessaire, des pouvoirs conférés en vertu de l’article 5 de la directive «accès» pour assurer un accès et une interconnexion adéquats afin de garantir la connectivité de bout en bout et l’interopérabilité des services d’itinérance, par exemple lorsque les clients ne peuvent pas échanger de SMS en itinérance réglementés avec les clients d’un réseau terrestre public de communications mobile dans un autre État membre parce qu’il n’existe pas d’accord permettant l’acheminement de ces messages.