10. dringt er bij de lidstaten op aan om te zorgen voor een werkelijk vrij verkeer voor de burgers, in het bijzonder door wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties en schooldiploma's, alsook door grensoverschrijdende overdraagbaarheid van sociale uitkeringen;
10. demande aux États membres d'assurer une véritable liberté de circulation des citoyens, notamment par la reconnaissance mutuelle des qualifications professionnelles et des diplômes académiques, ainsi que la transférabilité des prestations sociales au-delà des frontières;