3° een hoortoestel : elk toestel bestemd om akoestische signalen op te vangen, te versterken, te bewerken en aan te passen zodanig dat de personen met slechthorendheid binnen de grenzen van hun perceptie- en tolerantievermogen de informatie die ze inhouden kunnen ontvangen.
3° un appareil auditif : tout appareil destiné à capter, amplifier, traiter et adapter les signaux acoustiques de manière à permettre aux personnes atteintes de déficience auditive de recevoir, dans les limites de leurs capacités de perception et de tolérance, l'information qu'ils contiennent.