Het sociaal contract tussen burger en staat stoelt op het vertrouwen dat de eerste in de tweede heeft en op de overtuiging dat eenieder, ongeacht zijn status of situatie, zijn plichten vervult en zijn rechten zonder onderscheid geëerbiedigd weet.
Le contrat social qui lie le citoyen et l'État repose sur la confiance que le premier accorde au second et sur la conviction, quel que soient son statut ou sa situation, d'assumer ses devoirs et d'être respecté dans ses droits, sans discrimination.