De bestreden artikelen 25 tot 29? die betrekking hebben op de geldelijke loopbaan van de griffier, meer bepaald wat de bevordering in weddeschaal betreft, zouden volgens de verzoekende partijen het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden, doordat zij tot gevolg hebben dat de wedde van de griffier niet langer bij wet zou worden vastgesteld, terwijl zulks voor de zittende en de staande magistratuur wel nog het geval zou zijn.
Les articles 25 à 29 attaqués, qui portent sur la carrière pécuniaire du greffier, plus précisément en ce qui concerne la promotion par avancement barémique, violeraient, à l'estime des parties requérantes, le principe d'égalité et de non-discrimination en ce qu'ils auraient pour effet que le traitement du greffier n'est plus fixé par la loi, alors que tel serait encore le cas pour la magistrature assise et debout.