1. IJsland en Noorwegen, enerzijds, en de Europese Unie, namens elk van haar lidstaten, anderzijds, kunnen elkaar ervan in kennis stellen dat, in de betrekkingen van de state
n met andere staten waarvoor dezelfde ken
nisgeving geldt, de toestemming in overlevering aan een andere staat dan de uitvoerende staat, op grond van een aanhoudingsbevel dat is uitgevaardigd
wegens een vóór de overlevering begaan feit, wordt geacht te zijn gegeven, tenzij de uitvoerende rechterlijke au
...[+++]toriteit in haar beslissing tot overlevering anders beschikt.
1. La Norvège et l'Islande, d'une part, et l'Union européenne, au nom de n'importe lequel de ses États membres, d'autre part, peuvent se notifier que, dans les relations entre les États auxquels s'applique la même notification, le consentement pour la remise d'une personne à un État autre que l'État d'exécution, en vertu d'un mandat d'arrêt émis pour une infraction commise avant sa remise, est réputé avoir été donné, sauf si, dans un cas particulier, l'autorité judiciaire d'exécution en dispose autrement dans sa décision de remise.