Wanneer voor het vervoeren van een produkt dat onder een uitvoercontingent valt , met het oog op de uitvoer ervan naar een derde land , het grondgebied wordt benut van een andere Lid-Staat dan die waar de uitvoerformaliteiten zijn vervuld , wordt gebruik gemaakt van de bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 542/69 van de Raad van 18 maart 1969 betreffende communautair douanevervoer ( 3 ) , alsmede van die welke voor de toepassing daarvan zijn of zullen worden vastgesteld .
LORSQUE LE TRANSPORT D'UN PRODUIT SOUMIS A UN CONTINGENT D'EXPORTATION EMPRUNTE , EN VUE DE SON EXPORTATION VERS UN PAYS TIERS , LE TERRITOIRE D'UN ETAT AUTRE QUE CELUI OU ONT ETE ACCOMPLIES LES FORMALITES D'EXPORTATION , IL EST FAIT USAGE DES DISPOSITIONS PREVUES DANS LE REGLEMENT ( CEE ) N 542/69 DU CONSEIL , DU 18 MARS 1969 , RELATIF AU TRANSIT COMMUNAUTAIRE ( 3 ) AINSI QUE CELLES PRISES OU A PRENDRE POUR SON APPLICATION .