Daarbij komt dat aangezien paragraaf 5 van artikel 1344ter van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat : « het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (...), op de meest aangewezen wijze, (aanbiedt) om, binnen zijn wettelijke opdracht, hulp te bieden », zijn bemoeiingen er hoofdzakelijk toe
zullen strekken de huurder financieel of met raadgevingen te helpen, en niet zich te mengen in een privaatrechtelijk geschil, zoals wordt vermeld in de toelichting bij het voorstel, waarin het volgende wordt verduidelijkt : « De diensten van de huurdersvereniging kunnen met name (...) controleren (...) of de procedures regelmatig verlopen, (...) in
...[+++]formatie (geven) over de beroepsmogelijkheden en (...) minnelijke overeenkomsten sluiten tussen de eigenaars en de huurders, waardoor uitzetting onnodig wordt».En outre, dès lors que le paragraphe 5 de l'article 1344ter du Code judiciaire dispose que « Le Centre public d'aide sociale offre, de la manière la plus appropriée,
d'apporter son aide dans le cadre de sa mission légale », son intervention tendra principalement à aider le locataire, financièrement ou par des conseils, et non à s'immiscer dans un litige de droit privé comme le prévoient les développements de la proposition qui explique que « Les services du Syndicat des locataires, notamment, (...) vérifient la régularité des procédures, informent sur les voies de recours et peuvent faire conclure des accords amiables entre propriétaires
...[+++] et locataires, qui excluent l'expulsion ».