3.1. In afwijking van de artikelen 4 en 7, mogen de lidstaten zeelieden die in het bezit zijn van een identiteitsbewijs voor zeelieden, afgegeven overeenkomstig het Verdrag van Genève van 19 juni 2003 (nr. 185), het Verdrag van Londen van 9 april 1965 en de terzake strekkende nationale bepalingen, toestaan het grondgebied van de lidstaten binnen te kome
n door van boord te gaan om in de gemeente waar hun
vaartuig heeft aangelegd of in een aangrenzende gem
eente te vertoeven, ...[+++]zonder dat zij zich bij een grensdoorlaatpost hoeven te melden, op voorwaarde dat zij voorkomen op de bemanningslijst van het vaartuig waartoe zij behoren en dat die lijst eerder door de bevoegde autoriteiten is gecontroleerd.3.1. Par dérogation aux articles 4 et 7, les États membres peuvent autoriser les marins munis d'une pièce d'identité des gens de mer, délivrée conformément à la convention de Genève du 19 juin 2003 (no 185),
à la convention de Londres du 9 avril 1965 ainsi qu'au droit national applicable, à entrer sur le territoire des États membres en se rendant à t
erre pour séjourner dans la localité du port où leur navire fait escale ou
dans les communes limitrophes, sans se présenter à un point de passage,
...[+++] à condition qu'ils figurent sur le rôle d'équipage, préalablement soumis à une vérification des autorités compétentes, du navire auquel ils appartiennent.