Onder verwijzing naar de geciteerde parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling betoogt de Vlaamse Regering nog dat de wet- en decreetgever
hebben bepaald dat geen planschadevergoeding wordt toegekend i
ndien het betrokken stuk grond niet is gelegen aan een weg die, gelet op de plaatselijke toestand, voldoende
is uitgerust om te verkavelen of te bebouwen (artikel 37, tiende lid, 5°
...[+++], van de Stedenbouwwet en artikel 35, tiende lid, 5°, van het Coördinatiedecreet) en dat daaruit volgt dat een stuk « achterliggende » grond of « verkavelingsgrond » dat niet is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg niet in aanmerking komt voor planschadevergoeding.Faisant référence aux travaux préparatoires cités de la disposition attaquée, le Gouvernement flamand soutient encore que les législateurs fédéral et décrétal ont précisé qu'il n'est pas accordé d'indemnité de réparation des dommages résultant de la planification spatiale si la parcelle de terrain en question n'est pas adjacente à une voie qui, eu égard à la situation locale, est suffisamment équipée pour qu'il y soit loti ou bâti (article 37, alinéa 10, 5°, de la loi organique de l'urbanisme et article 35, alinéa 10, 5°, du décret de coordination) et qu'il s'ensuit
qu'un terrain « de fond » ou un « terrain à lotir » qui ne sont pas adja
...[+++]cents à une voie suffisamment équipée n'entrent pas en ligne de compte pour l'indemnisation du chef de dommages résultant du plan.