« Art. 21. — Indien in de loop van de procedure, de onteigeningsvergoeding bij rechterlijke uitspraak wordt verminderd en de onteigende dan ook wordt veroordeeld tot terugbetaling van het bedrag dat hij teveel heeft ontvangen, moet alleen het verschil tussen het bedrag van de definitieve vergoeding en het bedrag van de voorlopige vergoeding worden terugbetaald, met uitsluiting van elke interest op de aldus verschuldigde hoofdsom »».
« Art. 21. — Si au cours de la procédure, l'indemnité d'expropriation est diminuée par décision judiciaire et que l'exproprié est dès lors condamné au remboursement du trop-perçu, seule la différence entre le montant de l'indemnité définitive et le montant de l'indemnité provisoire doit être restituée, à l'exclusion de tout intérêt sur la somme ainsi due en principal »».