Voorbeelden van dergelijke bezwaren kunnen uiteenlopen van bezwaren tegen de verkiezing van leden op een lijst die voorziet in een afwisseling tussen vrouwelijke kandidaten en mannelijke kandidaten, tegen de vermeende schending van het beginsel van rechtstreekse, algemene verkiezingen (artikel 1, lid 3 van de Akte) en tegen de vaststelling door een lidstaat van een minimumdrempel voor de verdeling van de zetels, een vermeende schending van artikel 3 van de Akte.
Des exemples de telles contestations peuvent aller d'objections à l'élection de députés figurant sur une liste prévoyant l'alternance de candidats féminins et masculins, en violation du principe du suffrage universel direct (article 1, paragraphe 3 de l'Acte), à des objections sur la manière dont un État membre a fixé un seuil minimal pour l'attribution des sièges, en violation de l'article 3 de l'Acte.