Het bedrag dat als grondslag van de vermeerdering dient, is gelijk aan 106 % (103 % voor vennootschappen en intercommunales) van de belasting verschuldigd op de inkomsten die voor vermeerdering vatbaar zijn, in voorkomend geval verminderd met de voorheffingen en andere verrekenbare bestanddelen (forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting, belastingkredieten, roerende voorheffing, enz) met betrekking tot diezelfde inkomsten.
Le montant qui sert de base pour le calcul de la majoration est égal à 106 % (103 % pour les sociétés et les intercommunales) de l'impôt dû sur les revenus donnant lieu à majoration, diminué, le cas échéant, des précomptes et autres éléments imputables (quotité forfaitaire d'impôt étranger, crédits d'impôt, précompte mobilier, etc) afférents à ces mêmes revenus.