De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van het voormelde artikel 105 met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet
, in zoverre het de mogelijkheden van ontheffing van de belasting op d
e inverkeerstelling beperkt tot het geval waarin het voertuig wordt overgebracht naar een andere lidstaat van de Europese Economische Gemeenschap en bijgevolg de ontheffing van de belasting uitsluit in andere gevallen waarin het voertuig binne
...[+++]n zes maanden na de inschrijving ervan niet meer op naam van de belastingschuldige zou zijn ingeschreven.
Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 105 précité avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en ce qu'il limite les possibilités de dégrèvement de la taxe de mise en circulation à l'hypothèse du transfert du véhicule dans un autre Etat membre de la Communauté économique européenne, et qu'il exclut dès lors le dégrèvement de la taxe dans d'autres cas dans lesquels le véhicule ne serait plus, dans les six mois de son immatriculation, immatriculé au nom du redevable de la taxe.