Om tot commissaris-generaal van de Staat of tot substituut van de commissaris-generaal van de Staat benoemd te worden moet men ten minste vijfendertig jaar oud zijn, houder zijn van het diploma van doctor in de rechten of van licentiaat in de rechten, en voorgedragen zijn door de eerste voorzitter van het hof van beroep, de procureur-generaal bij het hof van beroep, de algemene vergadering van het hof van beroep of een provincieraad van het ambtsgebied van het hof van beroep.
Pour pouvoir être nommé commissaire général de l'État ou substitut du commissaire général de l'État, il faut être âgé de trente-cinq ans au moins, être docteur ou licencié en droit et être présenté par le premier président de la cour d'appel, par le procureur général à la cour d'appel, par l'assemblée générale de la cour d'appel ou par un conseil provincial du ressort de la cour d'appel.