De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de ministerraad, op basis van een adequate risicobeoordeling, opgemaakt door de Kansspelcommissie voor de kansspelen bedoeld in artikel 4, 36°, de houders van een vergunning zoals bepaald in artikel 25, 1/1 tot en met 9, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, vrijstellen van de toepassing van een deel of van alle bepalingen van boek II van dezelfde wet, door zich te baseren op het laag risico dat de exploitatie van deze diensten door hun aard en in voorkomend geval, door hun omvang vertegenwoordigen.
Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, sur la base d'une évaluation appropriée des risques établie par la Commission des jeux de hasard, pour les jeux de hasard visés à l'article 4, 36°, exempter les titulaires d'une licence définis à l'article 25, 1/1 à 9, de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les paris, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, de l'application de tout ou partie des dispositions du livre II de la même loi, en se basant sur le faible risque que représente l'exploitation de ces services en raison de leur nature et, le cas échéant, de leur ampleur.