In Duitsland is de ontwikkeling sinds de nieuwe wet van 1990 verlopen als volgt : eind 1992 stonden er in Duitsland 1 133 windmolens met een vermogen van 173,9 MW; eind 1991 bedroeg het vermogen nog maar 109,4 MW. Dankzij de wet heeft de exploitatie van de windenergie in Duitsland op twee jaar tijd het Deense tempo bijgebeend (met een jaarlijkse bouw van ongeveer 360 windmolens voor een vermogen van om en bij 70 MW) (Windkraftanlagen, Marktübersicht 1993, Interessenverband Windkraft Binnenland e. V. , maart 1993).
En Allemagne, l'évolution de la situation, depuis le vote de la loi de 1990, est la suivante : à la fin de l'année 1992 l'Allemagne comptait 1 133 éoliennes, et une puissance installée de 173,9 MW. A la fin de 1991 il n'y avait encore que 109,4 MW installés. Grâce à la loi, l'exploitation du potentiel éolien en Allemagne a donc rattrapé le rythme du Danemark en deux ans (construction annuelle de près de 360 éoliennes pour une puissance de l'ordre de 70 MW) (Windkraftanlagen, Marktübersicht 1993, Interessenverband Windkraft Binnenland e.V. , mars 1993).