1. De betrokken bevoegde autoriteit stelt de Commissie zo spoedig mogelijk, en uiterlijk op 30 juni van het jaar waarin de grondstof wordt geoogst, in kennis enerzijds van de totale hoeveelheid voor voeding of vervoedering bestemde bijproducten, uitgesplitst naar soort, die naar verwachting als gevolg van de in artikel 147 bedoelde contracten zal worden geproduceerd voorzover die contracten betrekking hebben op koolzaad, raapzaad, zonnebloempitten of sojabonen van GN-code 1205 10 90, 1205 90 00, 1206 00 91, 1206 00 99 of 1201 00 90, en anderzijds van het areaal van die oliehoudende zaden, uitgesplitst naar soort.
1. L'autorité compétente concernée informe la Commission dès que possible, et au plus tard le 30 juin de l'année au cours de laquelle la récolte de la matière première est effectuée, de la quantité totale prévue, par espèce, de sous-produits destinés à la consommation humaine ou animale résultant des contrats visés à l'article 147, si de tels contrats concernent des graines de navette, des graines de colza, des graines de tournesol ou des fèves de soja relevant des codes NC 1205 10 90, 1205 90 00, 1206 00 91, 1206 00 99 ou 1201 00 90, ainsi que la superficie par espèce de ces oléagineux.