De overdracht, door de wetgever, van de belasting op de vertoningen en vermakelijkheden aan de gemeenten, in de omstandigheden zoals beschreven in B.5.2, kan echter niet als een voldoende verantwoording worden beschouwd om te kunnen afwijken, voor de gemeenten, van het algemene verbod vervat in artikel 464, 1°, van het WIB 1992, zoals geïnterpreteerd in B.1.
Toutefois, le transfert de la taxe sur les spectacles et divertissements par le législateur aux communes dans les circonstances décrites en B.5.2 ne peut pas être considéré comme une justification suffisante pour pouvoir déroger, dans le chef des communes, à l'interdiction générale contenue dans l'article 464, 1°, du CIR 1992, tel qu'interprété en B.1.