Daaruit volgt dat de Commissie niet in staat is om met zekerheid te stellen dat de compensatie die is toegekend aan DSB, inderdaad is bepaald op basis van een analyse van de werkelijke kosten van een gemiddelde, goed beheerde onderneming die is uitgerust met de vereiste vervoersmiddelen.
Il s’ensuit que la Commission n’est pas en mesure de conclure de manière certaine que la compensation octroyée à DSB a été effectivement déterminée sur la base d’une analyse de coûts réels d’une entreprise moyenne, bien gérée et adéquatement équipée en moyens de transport.