Art. 10. Voor het ambt van leermeester lichamelijke opvoeding, wat de vereiste bekwaamheidsbewijzen betreft, de personeelsleden die
houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van master waarvan het disciplinebestanddeel opgenomen wordt als een vereist bekwaamheidsbewijs voor het overeenstemmende ambt in de hogere graad van het secundair onderwijs zoals bepaald in bijlage 4 bij dit besluit, dat wordt aangevuld, ofwel met het diploma van leraar lager onderwijs, ofwe
l, als ze een ander pedagogisch bekwaamheidsbewijs van
...[+++] het niveau bezitten, met de module vorming basisonderwijs, is het barema 415.
Art. 10. Pour la fonction de maître d'éducation physique, en ce qui concerne les titres requis, les membres du personnel porteurs d'un titre de master dont la composante disciplinaire est reprise en titre requis pour la fonction correspondante au degré supérieur de l'enseignement secondaire telle que définie en annexe 4 au présent arrêté, complété soit par le diplôme d'instituteur primaire, soit, s'ils possèdent un autre titre pédagogique du niveau, par le module de formation fondamental, le barème fixé est le 415.