De partijen komen ook overeen dat de samenwerkingsprojecten in het algemeen gezamenlijk moeten worden opgezet, ter ondersteuning van beleidsmaatregelen van de begunstigde landen in de betreffende sectoren en van de regionale beleidsmaatregelen, zulks door middel van een versterkte dialoog met die landen, met name op het punt van de verbintenissen die zij moeten aangaan om de levensvatbaarheid van de projecten te verzekeren.
Les parties sont aussi convenues que les projets de coopération doivent en règle générale être conçus conjointement, à l'appui de politiques sectorielles mises en oeuvre par les pays bénéficiaires et des politiques régionales, au moyen d'un dialogue renforcé avec ces pays, notamment en ce qui concerne les engagements qu'ils doivent souscrire pour assurer la viabilité des projets.