Hierop werd ingesprongen middels een adequate beleidsinspanning die meer betekenis had voor jongere dan voor oudere volwassenen (het aandeel van jonge werklozen dat de grens overschreed zonder een individueel actieplan aangeboden te hebben gekregen werd verlaagd van 33,4% naar 18,7%, terwijl dat van volwassenen steeg van 11,1% naar 21,2%).
Cette évolution s'est accompagnée d'un effort approprié plus important pour les chômeurs jeunes que pour les chômeurs adultes (la proportion de jeunes sans emploi dépassant le seuil sans avoir reçu d'offre de plan d'action individuel a été réduite de 33,4 % à 18,7 %, tandis que celle des adultes est passée de 11,1 % à 21,2 %).