De aangeklaagde discriminatie blijkt overigens uit het feit dat artikel 31, § 1, de Koning de verplichting oplegt bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit de verenigingen zonder winstoogmerk aan te wijzen waarvoor het terbeschikkingstellingsverbod niet geldt.
La discrimination dénoncée ressort par ailleurs du fait que l'article 31, § 1, impose au Roi l'obligation de désigner par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres les associations sans but lucratif auxquelles l'interdiction de mise à disposition n'est pas applicable.