Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Arrest
Arrest HvJ EG
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof
Arrest van het Hof EG
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie
Arrest van het Hof van Justitie EG
Gezag van het gewijsde
Het arrest van het Hof van Justitie
Rechterlijke uitspraak
Strafbaar feit dat wordt aangemerkt als samenspanning
Tenuitvoerlegging van een arrest
Tenuitvoerlegging van het vonnis
Uitspraak van het Hof
Vonnis
Werking van het vonnis
Wijze van tenuitvoerlegging

Traduction de «aangemerkt door arrest » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
arrest van het Hof (EU) [ arrest HvJ EG | arrest van het Hof EG | arrest van het Hof van Justitie (EU) | arrest van het Hof van Justitie EG ]

arrêt de la Cour (UE) [ arrêt CJCE | arrêt de la Cour (CE) | arrêt de la Cour de justice (CE) | arrêt de la Cour de justice (UE) ]


arrest | arrest van het Hof | arrest van het Hof van Justitie | het arrest van het Hof van Justitie

arrêt | arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne


als quasi-vennootschappen aangemerkte banken en kredietinstellingen

quasi-sociétés de crédit


strafbaar feit dat wordt aangemerkt als samenspanning

fait de conspiration


tenuitvoerlegging van het vonnis [ gezag van het gewijsde | tenuitvoerlegging van een arrest | werking van het vonnis | wijze van tenuitvoerlegging ]

voie d'exécution [ autorité de la chose jugée | effet du jugement | exécution d'un arrêt | exécution du jugement | mesure d'exécution forcée ]


vonnis [ arrest | rechterlijke uitspraak | uitspraak van het Hof ]

jugement [ arrêt | arrêt de la Cour | sentence ]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Die ongerijmdheid werd als ongrondwettig aangemerkt door arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 van het Arbitragehof.

Cette incongruité a été considérée comme inconstitutionnelle par l'arrêt nº 61/2000 du 25 mai 2000 de la Cour d'arbitrage.


Die ongerijmdheid werd als ongrondwettig aangemerkt door arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 van het Arbitragehof.

Cette incongruité a été considérée comme inconstitutionnelle par l'arrêt nº 61/2000 du 25 mai 2000 de la Cour d'arbitrage.


». b. Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met artikel 53, 2° van het zelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet in samenhang met de artikelen 170 en 172 van dezelfde Grondwet, doordat de fiscale aftrekbaarheid in de personenbelasting van een aa ...[+++]

». b. Par arrêt du 24 juin 2015 en cause de Robert Peeters contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 août 2015, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 57 du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 92), combiné avec l'article 53, 2°, du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11, combinés avec les articles 170 et 172, de la Constitution coordonnée en ce que la déductibilité fiscale à l'impôt des personnes physiques d'un certain nombre de dépenses mentionnées à l'article 5 ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 20 februari 2014 in zake het openbaar ministerie tegen U.K. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 maart 2014, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 2bis van de ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 20 février 2014 en cause du ministère public contre U.K. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 3 mars 2014, la Cour d'appel de Liège a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 2bis du titre préliminaire du Code de procédur ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Dient het BVIE [Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)] (al dan niet op de in het arrest van het gerechtshof Den Haag van 26 november 2013, overwegingen 28 – 34 genoemde gronden) te worden aangemerkt als een posterieur verdrag, zodat artikel 4.6 BVIE niet kan worden aangemerkt als een bijzondere regeling, in de zin van artikel 71 van de EEX-verordening oud (1)?

La CBPI [(Convention Benelux en matière de propriété intellectuelle (marques et dessins ou modèles)] doit-elle (pour les raisons indiquées aux points 28-34 de l’arrêt de la Gerechtshof Den Haag du 26 novembre 2013 ou pour d’autres) être considérée comme une convention postérieure, de sorte que son article 4.6 ne peut être considéré comme une règle particulière au sens de l’article 71 du règlement Bruxelles I (1)?


6. Zoals blijkt uit het arrest van het Hof van Cassatie van 13 april 2012 (F. 09.0056) kan de bezwaarprocedure die inzake btw thans bestaat niet worden aangemerkt als een door of krachtens de wet georganiseerde administratief beroep in de zin van artikel 1385undecies, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.

6. Ainsi qu'il ressort de l'arrêt de la Cour de cassation du 13 avril 2012 (F.09.0056.F), la procédure de contestation qui existe actuellement n'est pas considérée comme un recours administratif préalable au sens de l'article 1385undecies, alinéa 1er, du Code judiciaire.


Blijkens overweging 23 van het Wallentin-arrest kan een technisch probleem gerekend worden tot de „onverwachte vliegveiligheidsproblemen” en is het dus een „gebeurtenis” in de zin van artikel 22 van het Wallentin-arrest; de omstandigheden die deze gebeurtenis vergezellen kunnen desalniettemin als buitengewoon worden aangemerkt als zij een gebeurtenis betreffen die niet inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van de luchtvaartmaatschappij en laatstgenoemde hierop geen daadwerkelijke invloed kon uitoefenen, gelet op de aard of de oorsprong van die gebeurtenissen aldus overweging 23 van het Wallentin-arrest; volgens ove ...[+++]

Selon le point 23 de l’arrêt Wallentin, précité, un problème technique peut être compté au nombre des «défaillances imprévues pouvant affecter la sécurité du vol» et est dès lors un «évènement» au sens du point 22 du même arrêt; il n’en reste pas moins que les circonstances entourant cet évènement peuvent être qualifiées d’extraordinaires, si elles concernent un évènement qui n’est pas inhérent à l’exercice normal des activités du transporteur aérien et qui échappe à la maîtrise effective de celui-ci du fait de sa nature ou de son origine, aux termes du point 23 de l’arrêt Wallentin, précité; selon le point 24, résoudre un problème tec ...[+++]


Voor wat betreft de eerste methode op basis van het Gröditzer-arrest stelt Frankrijk dat dit arrest een bevestiging vormt van de beoordeling van de Commissie zoals neergelegd in haar beschikking van 8 juli 1999, volgens welke „alleen de [.] liquidatiewaarde van de activa [.] als liquidatiekosten kan worden aangemerkt” (76).

S’agissant de la première méthode se fondant sur la jurisprudence Gröditzer, la France expose que cet arrêt aurait confirmé l’appréciation de la Commission dans sa décision du 8 juillet 1999, selon laquelle «seule la valeur de liquidation [.] des actifs, [.], doit être prise en considération comme coût de la liquidation» (76).


"Een verzoek tot herziening van een arrest mag bij uitzondering bij het Gemeenschapsoctrooigerecht worden ingediend wanneer een feit wordt ontdekt dat van beslissende invloed zou zijn geweest en dat toen het arrest werd gewezen, de partij die om herziening verzoekt, onbekend was, doch alleen op grond van een fundamentele procedurefout of van een handeling die door een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing als strafrechtelijke inbreuk is aangemerkt".

La partie à l'encontre de laquelle un arrêt a été rendu peut exceptionnellement demander au Tribunal du brevet communautaire la révision de celui-ci en cas de découverte d'un fait de nature à exercer une influence décisive qui, au moment du prononcé de l'arrêt, lui était inconnu et uniquement pour un moyen tiré d'un vice de procédure fondamental ou d'un acte qualifié d'infraction pénale par une décision de justice définitive.


Het arrest nr. C-294/99 van het Hof van Justitie van 4 oktober 2001 inzake Amstel stelt dat de vennootschapsbelasting die door een Griekse dochtervennootschap verschuldigd is naar aanleiding van de uitkering van vrijgestelde reserves onder de vorm van een dividend aan haar Nederlandse moedermaatschappij aangemerkt moet worden als een onwettige bronbelasting. Hierbij oordeelde het Hof dat de Griekse vennootschapsbelasting in dergelijke situatie valt ond ...[+++]

Aux termes de l'arrêt n C-294/99 de la Cour de Justice du 4 octobre 2001 en cause Amstel, l'impôt des sociétés dû par une filiale grecque à la suite de la distribution sous la forme d'un dividende à sa société mère néerlandaise de réserves exemptées de la retenue à la source, peut être qualifié de retenue à la source illégale.À cet égard, la Cour a estimé que l'impôt grec des sociétés relève, dans pareil cas, de la notion de « retenue à la source » au sens de l'article 5, 1., de la directive société mère-filiale 90/435/CEE du Conseil du 23 juin 1990.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'aangemerkt door arrest' ->

Date index: 2022-06-16
w