In de mededeling van de Commissie over de gevolgen die uit het arrest van het Hof van justitie van de Europese Gemeenschappen van 20 februari 1979 in de zaak 120/78 zijn te trekken (Cassis de Dijon) (PB, C 256/2, 3 oktober 1980) stelt de Commissie dat op het beginsel van het vrij verkeer van goederen beperkingen toegelaten zijn indien ze: - noodzakelijk zijn - dit wil
zeggen aan hun doel aangepast en niet excessief - om te voldoen aan dwingende eisen; - zijn gericht op een doel van algemeen belang waarvan het karakter zo dwingend is
...[+++]dat het een uitzondering op een fudamentele regel van het Verdrag, zoals het vrije verkeer van goederen, rechtvaardigt; - de garantie vormen voor het bereiken van een dergelijk doel, dit wil zeggen het meest passende middel vormen dat tevens het handelsverkeer het minst belemmert.Dans la communication de la Commission sur les conséquences à tirer de l'arrêt de la Cour de justice des Communautés européennes du 20 février 1979 dans l'affaire 120/78 (Cassis de Dijon) (JO, C 256/2, 3 octobre 1980), la Commission affirme qu'il est autorisé de poser des limitations au principe de la libre circulation des biens si elles: - sont nécessaires pour s
atisfaire à des exigences impératives, c'est-à-dire adaptées à leur objectif et non excessives; - poursuivent un objectif d'intérêt général dont le caractère est si impératif qu'il justifie une exception à une règle aussi fondamentale du Traité sur la libre circulation des bien
...[+++]s; - constituent la garantie pour atteindre cet objectif, c'est-à-dire qu'elles constituent le moyen le plus apte qui porte le moins atteinte aux échanges commerciaux.