De lidstaten zijn het erover eens dat Verordening (EEG) nr. 218/92 geen geschikt instrument is om specifieke fraudegevallen van het bestaan waarvan men op de hoogte is, te behandelen, of om informatie uit te wisselen om fraude op te sporen, aangezien de informatie waarop de verordening betrekking heeft, niet vroeg genoeg beschikbaar is en niet zo snel als nodig kan worden uitgewisseld.
Les États membres sont d'accord pour considérer que le règlement (CEE) n° 218/92 n'est pas un instrument adapté, ni pour le traitement des cas de fraudes connues, ni pour l'échange d'informations destinées à détecter les fraudes, car les données couvertes par ce règlement ne sont pas disponibles suffisamment tôt et ne peuvent être échangées aussi rapidement qu'il le faudrait.