b. Wanneer het strafbare feiten betreft die aanleiding geven tot een veroordeling tot een vrijheidstraf van ten hoogste vijf jaar, en indien de dader geen zware schuld treft en de daad geen aanleiding heeft gegeven tot de dood van een persoon, kan de openbare aanklager van vervolging afzien wanneer blijkt dat het niet nodig is een straf op te leggen om te voorkomen dat nieuwe strafbare feiten worden gepleegd en de dader bereid is een alternatieve sanctie te aanvaarden in de vorm van een geldboete, dienstverlening aan de gemeenschap, probatievoorwaarden of strafbemiddeling ("außergerichtlichen Tatausgleich") [199].
b. Pour les infractions qui sont passibles d'une peine privative de liberté d'un maximum de cinq ans et à condition que la faute de l'auteur ne soit pas grave et que l'infraction n'ait pas causé la mort d'une personne, le procureur doit renoncer à des poursuites si, en vue d'une médiation pénale (« aussergerichtlicher Tatausgleich »), du paiement d'une amende, de la prestation d'un travail d'intérêt général ou de l'imposition d'une période probatoire assortie d'obligations, aucune autre peine ne s'impose pour prévenir que l'auteur commettra d'autres infractions.