Door de voorgestelde tekst in te voegen in artikel 542 van het Wetboek van Strafvordering en niet in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek, wordt aangegeven dat om tot gewettigde verdenking, zoals bedoeld in artikel 542 van het Wetboek van Strafvordering, te kunnen besluiten de daden van een onderzoeksrechter waaruit een schijn van partijdigheid zou kunnen blijken, steeds dienen te worden beoordeeld zoals voorgesteld, dus ook wanneer de gewettigde verdenking waartoe deze daden aanleiding zouden geven zou gebaseerd worden op in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek genoemde gronden.
En insérant la disposition proposée à l'article 542 du Code d'instruction criminelle plutôt qu'à l'article 828 du Code judiciaire, on indique que pour conclure au bien-fondé de la suspicion légitime au sens de l'article 542 du Code d'instruction criminelle, les actes du juge d'instruction pouvant présenter une apparence de partialité devront toujours être appréciés de la manière proposée, c'est-à-dire donc même si la suspicion légitime que lesdits actes pourraient faire naître est fondée sur les causes énumérées à l'article 828 du Code judiciaire.