Het mechanisme van artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 539/2001 is ongeschikt gebleken voor de aanpak van situaties van niet-wederkerigheid waarbij een in bijlage II bij bovengenoemde verordening opgenomen derde land, dit wil zeggen een derde land waarvan de onderdanen van de visumplicht zijn vrijgesteld, de visumplicht ten aanzien van de onderdanen van één of meer lidstaten handhaaft of invoert.
Le mécanisme prévu à l’article 1er, paragraphe 4, du règlement (CE) no 539/2001 s’est révélé inadapté pour répondre à des situations de non-réciprocité dans lesquelles un pays tiers figurant à l’annexe II dudit règlement, c’est-à-dire un pays tiers dont les ressortissants sont exemptés de visa, maintient ou instaure une obligation de visa à l’égard des ressortissants d’un ou de plusieurs États membres.