Wanneer weinig uitgestrekte elementen van het eikenbos of beukenbos met veldbies aanwezig zijn binnen de boomgroepen die een groot aantal bossen bevatten van de metaclimax van de door de beheerseenheid G2 beoogde beukenbossen, werden ze er mee verenigd.
Lorsque des éléments de faible surface de la hêtraie et de la chênaie à luzule sont présents au sein de massifs contenant une grande proportion de forêts du métaclimax des hêtraies visées par l'unité G2, ils leur ont été associés.