4. Is de geachte minister van oordeel dat deze dienst dient af te slanken in verhouding tot het (dalend) aantal oorlogsslachtoffers waarvoor deze dienst moet instaan, en op middellange termijn, samen met het afsterven van de oorlogsslachtoffers, eveneens dient uit te doven?
4. Le ministre juge-t-il qu’il faille réduire ce service en fonction du nombre (décroissant) de victimes de la guerre pour lesquels ce service doit intervenir, et à moyen terme, le supprimer au rythme de la disparition des victimes de la guerre ?