18. is ervan overtuigd dat internet een doeltreffend medium is voor de verspreiding van een verhaal waarin eerbiediging van de mensenrechten en verzet tegen geweld centraal staan; is van mening dat de internetsector en aanbieders van internet-diensten met de autoriteiten in de lidstaten en maatschappelijke organisaties moeten samenwerken ter bevordering
van een krachtig en aantrekkelijk verhaal als tegenwicht tegen haatzaaiende boodschappen en radicalisering op internet, met als uitgangspunt het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; verzoekt de internetplatforms samen te werken met de lidstaten, het maatschappelijk middenv
...[+++]eld en organisaties die gespecialiseerd zijn in terroristische deradicalisering of de evaluatie van haatzaaiende boodschappen, en deel te nemen aan de verspreiding van preventieve boodschappen waarin wordt opgeroepen tot het ontwikkelen van een kritische houding en een proces van deradicalisering, alsmede innovatieve juridische manieren worden aangegeven om op te treden tegen haatzaaiende en terrorismeverheerlijkende boodschappen en zo radicalisering op internet te bemoeilijken; verzoekt de Commissie en de lidstaten de ontwikkeling van een dergelijk "ander verhaal" te stimuleren en nauw samen te werken met organisaties uit het maatschappelijk middenveld om de kanalen voor de verspreiding en bevordering van het democratische, geweldloze discours te verbeteren; 18. est convaincu que l'internet constitue une plateforme efficace pour la diffusion d'un discours fondé sur le respect des droits de l'homme et l'opposition à la violence; considère que l'industrie de l'internet et les fournisseurs de services internet devraient coopérer avec les autorités des États membres et la société civile afin
d'encourager des discours incisifs et éloquents destinés à contrer les messages de haine et la radicalisation en ligne et qui devraient se fonder sur la charte des droits fondamentaux de l'Union européenne; invite les plateformes numériques à coopérer avec les États membres, la société civile et les organi
...[+++]sations spécialisées dans la déradicalisation terroriste et l'évaluation des discours haineux, afin de participer à la diffusion de messages de prévention faisant appel au développement du sens critique et à un processus de déradicalisation, ainsi que de trouver des moyens juridiques innovants pour contrer l'apologie du terrorisme et les discours haineux, de manière à rendre la radicalisation en ligne plus difficile; invite la Commission et les États membres à encourager l'élaboration de tels contre-discours en ligne, et à travailler étroitement avec les organisations de la société civile pour démultiplier les canaux de diffusion et favoriser les discours démocratiques et non violents;