2. Als een EU-moederkredietinstelling met haar dochterondernemingen of de gezamenlijke dochterondernemingen van een financiële E
U-moederholding een aanvraag indienen voor de in artikel 84, lid 1, artikel 87, lid 9, artikel 105, of in bijlage III, deel 6, bedoelde vergunning, beslissen de bevoegde autoriteiten in onderling overleg of de aanvraag w
ordt ingewilligd en welke voorwaarden eventueel
aan zo´n vergunning moeten worden verbonden. ...[+++]
2. Lorsqu'une autorisation visée à l'article 84, paragraphe 1, à l'article 87, paragraphe 9, à l'article 105 ou à l'annexe III, partie 6, est demandée par un établissement de crédit mère dans l'Union et ses filiales ou conjointement par les filiales d'une compagnie financière holding mère dans l'Union, les autorités compétentes travaillent ensemble en pleine concertation en vue de décider s'il convient ou non d'accorder l'autorisation demandée et, le cas échéant, les conditions auxquelles cette autorisation devrait être soumise.