2° de vreemdeling die een aanvraag indient in het Rijk om gemachtigd te worden tot een verblijf van maximum drie maanden of een aanvraag indient om toegelaten of gemachtigd te worden tot een verblijf van meer dan drie maanden, behoudens de in artikel 10, eerste lid, 1° en 4° of de in artikel 40, §§ 3 tot 6 bedoelde vreemdeling;
2° l'étranger qui introduit dans le Royaume une demande d'autorisation de séjour de trois mois au maximum ou une demande en vue d'y être admis ou autorisé à un séjour de plus de trois mois à l'exception de l'étranger visé par l'article 10, alinéa 1, 1° et 4°, ou par l'article 40, §§ 3 à 6;