2. Onverminderd artikel 102, lid 2, en artikel 118 quater, lid 2, kunnen de lidstaten de perioden en uiterste data voor de indiening van de premieaanvragen en het aantal aanvragen dat een landbouwer per premieregeling en per kalenderjaar mag indienen, vaststellen.
2. Sans préjudice de l'article 102, paragraphe 2, et de l'article 118 quater, paragraphe 2, les États membres peuvent déterminer les périodes et dates pour le dépôt des demandes de prime et le nombre de demandes qu'un agriculteur peut présenter par régime de prime et par année civile.