(8) De gemeenschappelijke bepalingen inzake certificering zijn gericht op het vergemakkelijken van de mobiliteit van de treinbestuurders tussen de lidstaten, maar ook tussen verschillende spoorwegondernemingen en, in het algemeen, van de erkenning van het rijbewijs en van de geharmoniseerde aanvullende verklaring door alle betrokkenen in de spoorwegsector, waarbij maatregelen dienen te worden getroffen ter verbetering van de opleiding en de werkgelegenheid van het betrokken personeel .
(8) Les dispositions communes relatives à la certification doivent faciliter la mobilité des conducteurs de trains d'un État membre à l'autre, mais aussi d'une entreprise ferroviaire à l'autre et, d'une manière générale, la reconnaissance de la licence et de l'attestation complémentaire harmonisée par tous les acteurs du secteur ferroviaire, tout en favorisant l'amélioration de la formation et de l'emploi des personnels concernés .